Veelgestelde vragen

Hier vindt u veelgestelde vragen en bijbehorende antwoorden over gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel.

Heeft u vragen die in deze pagina ontbreken? Laat het gerust weten via het contactformulier of vitalepeel@ggagroenblauw.nl.

Deze pagina wordt continu bijgewerkt.

De natuur en landbouw in Noord-Brabant en Limburg staan beide onder druk. De rijkdom aan waardevolle en kwetsbare natuur heeft sterk te lijden onder met name verdroging en stikstofneerslag. Plantensoorten verdwijnen, dieren worden bedreigd. Uiteindelijk heeft dit gevolgen voor onze voedselvoorziening en gezondheid. Voor ons welzijn. En met de stikstofcrisis heeft de achteruitgang van de natuur ook nog eens direct invloed op economische ontwikkeling. De landbouw op zijn beurt is volop in transitie. Ze zoekt de balans met gezondheid, natuur en landschap. Ze zoekt nieuwe perspectieven om te kunnen blijven boeren, in evenwicht met de omgeving.

Een gebiedsgerichte aanpak moet ons op weg helpen naar een omgeving waarin zowel de condities voor de natuur (voldoende schoon water, schone lucht, gezonde bodem, minder stikstof) als de landbouw goed zijn. Dat noemen we daarom ook wel een groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. Met waar mogelijk ook aandacht voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals verstedelijking, infrastructuur en ruimte voor energie. Provincie Noord-Brabant, waterschappen, terreinbeherende organisaties, de agrarische sector, gemeenten en andere belanghebbenden kijken in zo’n 150 gebieden en projecten met elkaar naar samenhangende (middel)lange termijn oplossingen die bijdragen aan natuurherstel én duurzaam perspectief voor de Brabantse landbouw. 17 gebieden kennen een stapeling van complexe opgaven, veelal stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. In die gebieden kijken de partners niet alleen in de natuurgebieden en de directe omgeving, maar juist ook in de wijdere overgangszone eromheen. Het gebied rondom de Peelvenen is er daar een van. Omdat de Peelvenen deels in Limburg liggen, zijn de provincie Limburg en Waterschap Limburg ook bij gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel aangesloten.

Klik hier voor meer informatie.

De Peelvenen kenmerken zich door kwetsbare natuur en een groot aantal voedselproducerende bedrijven. Inwoners van dit waardevolle gebied willen er fijn en veilig wonen en werken. Het bijzondere landschap is in trek bij recreanten. De leefbaarheid en sociale cohesie staan echter onder druk. Er is gebrek aan voldoende kwalitatief goed water voor landbouw én natuur. Perspectief voor agrarische ondernemers neemt af. Dat zijn uitdagingen die vragen om een samenhangende aanpak. Een gebiedsgerichte aanpak, waarin overheden, inwoners en ondernemers samen leren en werken aan een toekomstbestendige en vitale Peel voor ons allemaal.

Lees hier meer over de acht opgaven van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Daar kunt u per opgave een factsheet downloaden met onder andere een toelichting, de wettelijke eisen en de ambitie.

De gebiedspartners werken samen toe naar een vitale Peel. Dit is wat zij daaronder verstaan:

  • De natuur van de Peelvenen is rijk aan typische hoogveensoorten en kan meebewegen met natuurlijke hydrologische veranderingen zoals bijvoorbeeld een droog jaar.
  • De Peelvenen en het gebied eromheen leveren een bijdrage aan de opname van CO2. De sponswerking van het gebied rondom de Peelvenen en de Peelrandbreuk is hersteld. In en om de kerngebieden van de natuur is er voldoende water van goede kwaliteit beschikbaar voor landbouw en natuur.
  • De agrarische bedrijven rondom de Peelvenen zijn economisch gezond, aantrekkelijk voor opvolgers en kunnen rekenen op draagvlak in de omgeving. De stikstofuitstoot van de agrarische bedrijven rondom de Peelvenen is teruggebracht naar een acceptabel niveau voor natuur en landbouw. Er wordt geïnvesteerd in de agrarische bedrijven van de toekomst en de landbouw vindt plaats op een gezonde bodem.
  • In het gebied wordt de benodigde energie duurzaam opgewekt, kansen voor dubbelfuncties worden daarbij optimaal benut.
  • Bewoners (jong en oud) en ondernemers rondom de Peelvenen wonen en werken er graag en zijn trots op hun gebied. Het gebied is aantrekkelijk voor recreanten die graag terugkeren om te genieten van het landschap, de natuur, het boerenleven en de cultuurhistorie.
  • Gebiedspartners die samenwerken binnen gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel delen hun kennis en kunde.

In het antwoord op vraag 24 is te lezen welke organisaties binnen Vitale Peel samenwerken.

De paarse lijn op de kaart geeft het werkgebied van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel aan, dat zowel in Noord-Brabant als in Limburg ligt. Het gaat om het gebied binnen de paarse stippellijn. Daarbinnen vallen de Peelvenen Deurnsche Peel, Mariapeel en de Groote Peel en de dorpskernen Griendtsveen, Helenaveen en Neerkant. Vanwege hydrologische relaties en de opgave rondom duurzame energie is het werkgebied van Vitale Peel aangevuld met het gebied Dennendijkse bossen. De gebiedsbegrenzing is niet hard, maar wordt bepaald door het gebied waar naar verwachting de effecten kunnen optreden van de maatregelen die ten behoeve van natuurherstel en een gezond bodem- en watersysteem moeten worden genomen.

Kaart met de gebiedsafbakening van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel.
Kaart met de gebiedsafbakening van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Klik op de afbeelding om de afbeelding te vergroten.

Zoals op de kaart is te zien, loopt de A67 deels door het werkgebied van Vitale Peel. Dat betekent dat voor de opgave ‘ontwikkelen van duurzame energievoorziening’ ook daar naar mogelijkheden wordt gezocht. Op de documenten pagina van de Vitale Peel is een grotere versie van deze kaart te downloaden. Ook vindt u daar kaarten per opgave met de bijbehorende wettelijke eisen en ambities

De gebiedsafbakening van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel is tot stand gekomen tijdens de verkenningsfase van dit proces. Aan de basis van de huidige gebiedsafbakening liggen de natuur- en wateropgaven in en rondom de Groote Peel en de Deurnsche & Mariapeel (Natura 2000-gebieden).

De huidige gebiedsafbakening is niet in beton gegoten. In overleg met betrokken partners is het mogelijk om deze afbakening indien wenselijk aan te passen.

Naast de uitdaging om rondom de Bult een ruimtelijke inrichting te maken, die bijdraagt aan het versterken van het natuurgebied, speelt daar ook de mogelijke uitbreiding van de luchthaven van Defensie. Dat is van invloed op de mogelijke uitdagingen en oplossingsrichtingen. Bovendien zijn bij deze opgave andere partners betrokken. Naast Defensie zijn dat gemeente Gemert-Bakel en gemeente Venray. Zij zijn nu niet bij gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel betrokken. Het opnemen van De Bult binnen Vitale Peel maakt het proces op dit moment te complex.

De Gedeelde Peel omvat het noordoostelijke kwadrant van de Vitale Peel: het deelgebied dat wordt begrensd door de A67 (zuidzijde), de Middenpeelweg (oostzijde), de gemeentegrens met de gemeente Venray (noordzijde) en de provinciegrens met Brabant (westzijde). De gemeente Horst aan de Maas kijkt daar samen met haar inwoners naar de best mogelijke gebiedsontwikkeling. De opgaven en vraagstukken komen grotendeels overeen met de opgaven en vraagstukken die in de hele Peel spelen. In de Gedeelde Peel is wonen echter ook een onderwerp. Het schaalniveau van gebiedsgerichte aanpak Gedeelde Peel is dus iets lager dan die van Vitale Peel.

Op basis van de hoofdkoers voor de gehele Peel, zoals Gedeputeerde Staten van Limburg die in oktober 2021 hebben aangegeven (natuurherstel is leidend), wordt binnen gebiedsgerichte aanpak Gedeelde Peel gekeken naar waterbeheer, mogelijkheden voor energie-opwek, de randvoorwaarden waarbinnen de landbouw zich verder kan ontwikkelen, leefbaarheidsvragen in de kernen Evertsoord/Griendtsveen en de verbinding met de ontwikkelingen ten oosten van de Middenpeelweg (Toverland, Grandorse, Peelbergen). De gemeente Horst heeft daarover intensief contact met haar inwoners. Zo is onder meer een goed beeld ontstaan van de manier waarop individuele bedrijven/gezinnen in Gedeelde Peel hun ontwikkelperspectief zien. De onduidelijkheid ten aanzien van de stikstofaanpak speelt verdere voortgang in Gedeelde Peel parten. Gemeente Horst aan de Maas en Provincie Limburg zien in de aanpak van de gemeente in Gedeelde Peel desondanks een goede concrete vertaling van de benoemde hoofdkoers voor een gebied én een goede basis voor de uitvoering van maatregelen die nodig zijn in het kader van het Limburgse Plan Landelijk Gebied (LPLG). Gemeente en provincie trekken hierin samen op om de betekenis van landelijke en provinciale ontwikkelingen goed te kunnen verbinden met de lokale vraagstukken. Als externe partijen zijn Waterschap Limburg, Staatsbosbeheer, de Agrarische Belangengroep Mariapeel en Provincie Limburg aangesloten bij dit proces. Staatsbosbeheer, Waterschap Limburg en Provincie Limburg zorgen voor een goede verbinding tussen Gedeelde Peel en Vitale Peel.

Het Aa-dal binnen gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel betreft het gebied vanaf Ospel in Limburg, waar de Aa ontspringt, tot aan Asten. Hier heeft waterschap Aa en Maas met samenwerkingspartners als gemeente Asten en gemeente Someren al werkzaamheden uitgevoerd. Ook staan nog nieuwe werkzaamheden op de planning. Het projectgebied van gebiedsgerichte aanpak Aa-dal Noord bestrijkt het gebied vanaf de Aa bij Helmond tot aan de uitmonding in de Maas bij Den Bosch. Deze gebiedsgerichte aanpak bevindt zich nog in de verkennende fase. De opgave is voor beide gebieden hetzelfde: tot een klimaatrobuust beekdal en verbetering van de waterkwaliteit komen.

Binnen gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel wordt gewerkt aan een uitdagende combinatie van opgaven in de zones rondom de Peelvenen:

  • Het versterken van (het netwerk van) natuurgebieden
  • Het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw
  • Het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem
  • Het geven van een nieuwe economische impuls
  • Het ontwikkelen van duurzame energievoorziening
  • Het vergroten van de leefbaarheid inclusief gezondheid
  • Het vergroten van de beleefbaarheid inclusief recreatie
  • Het bijdragen aan stikstofreductie

Lees hier meer over de acht opgaven van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Daar kunt u per opgave een factsheet downloaden met onder andere een toelichting, de wettelijke eisen en de ambitie.

Alle opgaven zijn belangrijk. De gebiedspartners van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze opgaven in samenhang te bereiken. Een aantal van de opgaven kennen wettelijke doelen en verplichtingen. Met de gebiedsgerichte aanpak willen de gebiedspartners ervoor zorgen dat deze wettelijke doelen en verplichtingen worden behaald. Echter niet alles ligt op de schouders van het gebiedsproces. De gebiedsgerichte aanpak draagt bij aan vermindering van de stikstofuitstoot in de Peel, maar de gebiedspartners zijn niet verantwoordelijk voor het realiseren van de stikstofreductiedoelstellingen. Daarvoor hebben zowel Noord-Brabant als Limburg een provinciebrede aanpak. Ook bestaat er een landelijke aanpak, die nog wordt uitgebreid.

In het antwoord op vraag 24 is te lezen welke organisaties binnen Vitale Peel samenwerken.

Het Rijk vertaalt in 2023 de landelijke doelstellingen naar doelstellingen per provincie. In het gebiedsplan Vitale Peel zal worden aangegeven welke bijdrage door het werkgebied van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel wordt geleverd aan de voor de provincies Noord-Brabant en Limburg geldende doelstellingen.

In gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel werken partners samen met de omgeving aan een toekomstbestendig en vitaal gebied rond de Peelvenen. De richtinggevende stikstofreductiedoelen, die het kabinet in juni 2022 bekend maakte als onderdeel van het 6 Nationaal Programma Landelijk Gebied, hebben grote impact. De provincies Noord-Brabant en Limburg bekijken nu hoe invulling te geven aan de richtinggevende doelen. Beide provincies willen via een gedegen gebiedsproces met alle betrokken partijen komen tot een duurzame situatie in het gebied. In gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel komen de keuzes die beide provincies samen met alle betrokken partijen gaan maken voor het gebied rond de Groote Peel en de Deurnsche & Mariapeel bij elkaar. Daarbij gaat het niet alleen om stikstofreductie, maar om een integrale aanpak ten behoeve van een robuust water- en bodemsysteem, het versterken van natuurgebieden, het ontwikkelen van een toekomstbestendige landbouw, het geven van een economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening en het verbeteren van de (be)leefbaarheid.

Hoogveen is een bijzonder type natuur met zeer zeldzame planten en dieren zoals veenmos, de blauwborst en de kraanvogel. Hoogveen komt nog maar op een paar plekken in Nederland voor, waaronder in de Pelen. Het landschap van de Pelen wordt steeds droger én het bevat hoge stikstofwaardes. Hierdoor dreigt het unieke hoogveenlandschap te verdwijnen. Water is van groot belang om de vochtige hoogveen natuur weer op gang te krijgen. Daarom worden verschillende maatregelen uitgevoerd in bestaande en nieuwe natuur om het water langer in het gebied vast te kunnen houden.

Hoogveen kan heel veel water vasthouden. In de huidige klimaatvraagstukken is hoogveen daarom ontzettend belangrijk. Het fungeert als spons en buffer in het landschap; het houdt niet alleen water vast, maar kan ook de in de grond opgeslagen CO2 goed bewaren. Als de grond uitdroogt, komt CO2 in de atmosfeer terecht.

In Europa is afgesproken dat de biodiversiteit niet verder achteruit mag gaan. Liever nog: de kans moet krijgen om te herstellen. Daarvoor zijn Natura 2000-gebieden aangewezen, waarin zowel vogelsoorten als landschappen worden beschermd. De Groote Peel en de Deurnsche & Mariapeel zijn Natura 2000-gebieden. De overheden hebben hier dan ook een wettelijke opgave.

Om water in de peelvenen vast te houden en het waterpeil beter te kunnen beheren, worden onder andere kades aangelegd om het gebied in compartimenten in te delen. Andere maatregelen om hoogveen te beschermen zijn bijvoorbeeld begrazen, maaien, plaggen, het verwijderen van vegetatie en een deel van bovenste humuslaag (chopperen) en het toevoegen van steenmeel om de bodem op te laden. Daarnaast worden watergangen verontdiept en gedempt en – alleen indien hoogstnoodzakelijk – bomen gekapt. Daarbij stoot terreinbeheerder Staatsbosbeheer uiteraard zo min mogelijk stikstof uit.

Bekijk ook deze pagina over natuurgebieden Deurnsche Peel & Mariapeel en Groote Peel op de website van provincie Noord-Brabant!

Voor de Peel is in 2009 vastgelegd dat drie typen leefgebieden beschermd moeten worden: actieve hoogvenen, herstellende hoogvenen en droge heide. Behalve bescherming van het bestaande hoogveen moet er ook meer en kwalitatief beter hoogveen komen. Daarnaast zijn er diverse voor veengebied typische vis- en vogelsoorten die beschermd moeten worden. Te veel stikstof en een te veel schommelende en lage waterstand zijn de grootste knelpunten in de Peel en maken het halen van de gestelde natuurdoelen moeilijk. Er is al veel gedaan om dit aan te pakken. Zo is een aantal zogenoemde ‘lekken’ gedicht, waardoor de waterstand stabieler blijft. En met de realisatie van het project Leegveld is aan de westkant van de Deurnsche & Mariapeel een grotere waterbuffer ingericht. Deze moet helpen bij het stabieler krijgen van de waterstanden.

De natuurdoelanalyses uit het voorjaar 2023 concluderen dat het ondanks de genomen maatregelen nog niet goed gaat met de hoogvenen en heiden, ook al tiert het veenmos op sommige plekken in de Deurnsche Peel weer welig en zoeken trekvogels als de kraanvogel het gebied weer op. Gebeurt er niets, dan is het risico groot dat de toestand ervan verslechtert. Zo is de bodem voor de droge heide voldoende droog, maar lijdt de heide onder de te hoge stikstofdepositie. Voor het hoogveen is de hoeveelheid stikstof die neerslaat zelfs ongeveer drie keer meer dan het aankan. Bovendien is het voor het hoogveen belangrijk om water nagenoeg jaarrond op of rondom maaiveld te hebben. Dat is in de Peel nu niet het geval. Klimaatverandering, toenemende droogte en het onttrekken van grondwater maken herstel van hoogveen moeilijk. De waterstand schommelt nog te veel om hoogveen in het gebied te laten ontstaan en vervolgens voor komende generaties in stand te houden. De Ecologische Autoriteit, die de natuurdoelanalyses beoordeelde, ziet het belang van kades waarmee het gebied in compartimenten wordt gedeeld. Deze zijn op verschillende plekken al aangebracht en ook als maatregel in de natuurdoelanalyses benoemd. De Ecologische Autoriteit adviseert te monitoren en indien nodig te finetunen om het beoogde effect daadwerkelijk te bereiken.

Lees hier meer over de natuurdoelanalyses, de adviezen van de Ecologische autoriteit en wat daar verder mee gebeurt.

Bekijk ook deze pagina over natuurgebieden Deurnsche Peel & Mariapeel en Groote Peel op de website van provincie Noord-Brabant!

Het verwijderen van berken was één van de maatregelen in het project Leegveld om verdroging en het dichtgroeien van het open gebied tegen te gaan. Bomen in het hoogveen verdampen veel water. Wanneer er geen berken zouden worden weggehaald, zou de Peel in korte tijd dichtgroeien. Terreinbeheerder Staatsbosbeheer laat bomen niet zomaar weghalen. Als bomen worden verwijderd, gebeurt dat gericht.

Voor wat betreft planten: In het Zinkske haalt Staatsbosbeheer de trosbosbes weg. Deze plant zorgt ook voor verdroging en verspreidt zich snel.

Het is de ambitie van het Rijk en de provincies om meer hectare bos te realiseren. Waar dat bos moet komen, is nog onbekend, maar de realisatie zal deels in het werkgebied van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel vallen.

De Peelvenen vallen onder de Boswet. Staatsbosbeheer heeft daarom geen kapvergunning van de gemeente nodig.

De Deurnsche Peel, Mariapeel en Groote Peel zijn het restant van wat eens een uitgestrekt oerlandschap was van levend hoogveen. In de Pelen is tot in de jaren zeventig turf gewonnen. De sporen hiervan zijn nog duidelijk zichtbaar, zoals de veenputten. In sommige oude turfputten zijn bijzondere hoogveenvegetaties te vinden. Deze vegetaties vragen net als andere vegetaties in de Pelen, zoals natte heide en moerasachtige delen, om een hoog en stabiel waterpeil. Ook de landbouw heeft baat bij voldoende kwalitatief water. Een te lage grondwaterstand zorgt dat de Peelvenen versneld water naar de omgeving verliezen. Er is in het gebied al veel gedaan om het verlies van water te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te vertragen. Het vergroten van tegendruk, door ook in zones om het gebied heen de grondwaterstand te verhogen, is één van de uitgevoerde maatregelen om dit verlies verder te beperken. De terreinbeheerders, waterschappen en Staatsbosbeheer, blijven monitoren of de uitgevoerde maatregelen werken. Zij kunnen de hulp van agrariërs en bewoners in het gebied daarbij goed gebruiken. Als bepaalde maatregelen onvoldoende effect hebben of water op een nieuwe plek onbedoeld wegzakt, horen de terreinbeheerders dat graag. Neem gerust contact met ze op.

Het is belangrijk veel regenwater de grond in te laten zakken en daarmee de grondwaterstand te verhogen omdat zowel de landbouw als de natuur last hebben van verdroging. Daarom laten waterschap Aa en Maas, Staatsbosbeheer en Waterschap Limburg beken weer slingeren, vernatten ze veengronden en houden ze in natte maanden het waterpeil hoger. Een hogere grondwaterstand kan zorgen voor meer muggen, maar dat hoeft niet. Vrouwtjesmuggen leggen hun eitjes het liefst in stilstaand water, in kleine poelen en plassen die na een poos weer droogvallen. Door aangepast natuurbeheer in de Peelvenen, gaat Staatsbosbeheer natoverlast door muggen tegen. Zo werken de boswachters met speciale machines die weinig kuilen achterlaten. Daardoor blijft er geen water staan. Door bepaalde stroken in natuurgebieden open te houden, kan lucht zich goed verplaatsen. Zo waait er altijd een lekker windje, iets waar muggen een hekel aan hebben. Ook doen natuurbeheerders veel moeite om de natuurlijke vijanden van de mug in natte gebieden een thuis te bieden. In de buurt van bebouwing zorgen boswachters en het waterschap er bovendien voor dat het gras kort is en de bomen en planten goed gesnoeid. Daardoor vormen zij geen rustplaats voor muggen. Die zijn namelijk dol op koele, donkere plekken. Een gebied 100 procent muggenvrij maken is helaas niet mogelijk. En niet wenselijk; de ruim 3.000 soorten muggen in ons land spelen een belangrijke rol. Ze bestuiven planten en hun larven vormen voedsel voor vissen. 

Wil je zelf aan de slag om muggen tegen te gaan in en om je huis? Neem dan een kijkje op de website van Wageningen University.

De afgelopen jaren kon in de bufferzones (beschermingsgebieden) rond de Peelvenen zonder Wnb-vergunning (Wet natuurbescherming) grondwater worden onttrokken voor de beregening van open agrarische teelten (gewassen in de open lucht). In december hebben de provincies het besluit genomen om die vrijstelling te laten vervallen: het gebruik van grondwater in de bufferzone heeft een negatief effect op de natuur in de Peelvenen. Dit besluit alleen is niet genoeg om de natuurdoelen in het gebied te halen. Daarom zijn er aanvullende maatregelen nodig om de achteruitgang van de bijzondere natuur van de Peelvenen te stoppen. Die achteruitgang is onder andere een gevolg van te ver wegzakkende grondwaterstanden. De provincies Noord-Brabant en Limburg, waterschap Aa en Maas en Waterschap Limburg hebben daarom in een intentieovereenkomst afspraken vastgelegd over de onttrekking van grondwater in de bufferzones rondom het Natura 2000-gebied Groote Peel, Deurnsche Peel en Mariapeel (Peelvenen). Dit is nodig om verdroging van de natuur in de Peelvenen te verminderen. In de overeenkomst staan afspraken voor de komende twee jaar om het waterbeheer verder te verbeteren en om voorbereidingen te treffen voor de vernieuwing van het Natura 2000-beheerplan Peelvenen. In deze overgangsperiode wordt onderzocht wat nodig is om het natuurgebied verder te beschermen tegen verdroging. Daarbij wordt gewerkt via de bestaande overlegstructuren van de gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel, zodat er geen processen door elkaar gaan lopen.

Kijk op www.brabant.nl en www.limburg.nl/beheerplanpeelvenen voor meer informatie over het beregeningsbesluit.

Op verzoek van de Provinciale Staten van Noord-Brabant en Limburg heeft de Zuidelijke Rekenkamer onderzoek uitgevoerd naar de realisatie van natuurdoelstellingen, met een focus op Natura 2000-gebieden de Peelvenen. Het onderzoeksrapport is op 22 april 2022 aan de Provinciale Staten aangeboden. In de onderzoeksperiode bevond gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel zich nog in de verkenningsfase. Inmiddels is deze aanpak een fase verder, zijn de plannen concreter en zijn Provincie Limburg en Waterschap Limburg als partner aangesloten. Daarmee is uitwerking gegeven aan de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer voor zo ver zij in binnen de scope van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel vallen.

Het project Life+ is op hoofdlijnen beschreven in het landrichtingsplan ‘Het onverenigbare verenigd’ uit 2005. Dit project sluit daarmee aan op de gewenste natuur- en wateropgaven die voor de Peelvenen zijn vastgesteld in Europese, Rijks- en provinciale afspraken. De activiteiten zijn uitgevoerd in de periode 2014-2018 in een samenwerking tussen waterschap Aa en Maas, Waterschap Limburg, Staatsbosbeheer en de provincies Noord-Brabant en Limburg. Project Leegveld is eveneens een uitwerking van deze plannen voor water en natuur. De plannen dragen onder andere bij aan hoogveenherstel in de Peelvenen. Ook in gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel gaat het om de ontwikkeling van gewenste natuurdoelen en het daarbij horende watersysteem. Maar de Vitale Peel richt zich ook op andere opgaven zoals is te lezen in het antwoord op vraag 9.

Kijk voor meer informatie op https://www.aaenmaas.nl/in-jouw-buurt/projectenkaart/peelvenen-leegveld/

In de Peel komen veel opgaven samen die om een oplossing vragen, elkaar beïnvloeden en ruimte vragen. Denk aan de landbouw- en energietransitie, aanpak van droogte, verbeteren van natuur en waterkwaliteit, leefbaarheid, verstedelijking, economische vitaliteit, beschikbaarheid van voorzieningen en een mogelijke reactivering van vliegbasis de Peel. Opgaven van zowel regionaal, provinciaal als nationaal belang. Dit heeft ertoe geleid dat het Rijk de Peel heeft aangewezen als NOVEX-gebied. NOVEX-gebieden zijn gebieden waar nationale opgaven zich dusdanig opstapelen dat een gebiedsgerichte aanpak én prioritering van nationale opgaven noodzakelijk zijn om tot een richtinggevende koers voor de toekomst te komen. In NOVEX De Peel werken de gemeenten van regio’s Noordoost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en de Metropoolregio Eindhoven, de waterschappen Aa en Maas, de Dommel en Limburg, de provincies Noord-Brabant en Limburg en de ministeries LNV, BZK, I&W, EZK en Defensie samen.

Voor NOVEX-gebied De Peel is een ontwikkelperspectief geschetst: OP2050. Vanuit de invalshoeken natuur, economie (waaronder landbouw) en leefbaarheid is in het OP2050 beschreven in welke richting deelgebieden zich zouden moeten ontwikkelen. Om stappen te kunnen zetten naar dit ver weg gelegen toekomstperspectief zijn in aanloop naar 2030 acties geformuleerd. In aanloop naar het ontwikkelperspectief NOVEX De Peel heeft afstemming plaatsgevonden met de begeleidingsgroep van Vitale Peel, waarin alle gebiedspartners zijn vertegenwoordigd, want het werkgebied van deze gebiedsgerichte aanpak is geheel binnen NOVEX-gebied De Peel gelegen.

OP2050 en het concept koersdocument van Vitale Peel liggen in elkaars verlengde. Het ontwikkelperspectief van NOVEX De Peel kent echter een grote mate van abstractie, richt zich op een groter geografisch gebied en breder palet aan vraagstukken, met het doel om impulsen te geven aan uitvoering. Het kan niet direct worden vertaald naar perceelsniveau. Het uiteindelijke koersdocument van Vitale Peel en de nadere uitwerking in plannen per deelgebied zullen een veel hoger detailniveau hebben.
Het ontwikkelperspectief NOVEX De Peel heeft geen formele juridische status, maar zal als bouwsteen worden opgenomen in de ruimtelijke voorstellen van de provincies Limburg en Noord-Brabant. Op rijksniveau worden alle provinciale ruimtelijke voorstellen in 2024 omgezet in een nationale Nota Ruimte.

In gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel werken overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen, een natuurbeheerder en natuurbeschermings- en landbouworganisaties samen aan een vitale Peel. Daarbij gaat het om een combinatie van uitdagende opgaven: het versterken van natuurgebieden, het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw, het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem, het geven van een nieuwe economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening, het vergroten van de (be)leefbaarheid en het bijdragen aan de stikstofreductie. Samen met de omgeving (inwoners en ondernemers) werken de genoemde gebiedspartners aan een samenhangede aanpak. Als zij daarmee stoppen dan zullen alle overheidspartijen los van elkaar hun wettelijke taken gaan uitvoeren en ieder voor zich afstemming met de andere organisaties en belanghebbenden zoeken. Dat is op zijn minst onhandig en tijdrovend, maar vooral minder integraal. Dat betekent dat mogelijkheden zoals meervoudig ruimtegebruik en het koppelen van opgaven minder zullen worden benut. De kans dat overheden dan besluiten nemen die niet helemaal goed op elkaar aansluiten, zal ook groter worden. Daar is niemand bij gebaat en het brengt een toekomstbestendige vitale Peel niet dichterbij.

De volgende organisaties werken met elkaar samen in gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel:

  • Gemeente Asten
  • Gemeente Deurne
  • ZLTO
  • Brabantse Milieufederatie
  • Staatsbosbeheer
  • Waterschap Aa en Maas
  • Waterschap Limburg
  • Provincie Noord-Brabant
  • Provincie Limburg

De onderlinge afspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In een plan van aanpak is omschreven hoe bovengenoemde gebiedspartners met elkaar samenwerken. Ook ondernemers, inwoners en organisaties uit het gebied worden betrokken, waaronder werkgroep Behoud de Peel, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) en de gemeenten Horst aan de Maas, Venray, Peel en Maas en Nederweert. Zodra het participatietraject vorm heeft gekregen, wordt dit document aangevuld.

De gebiedspartners van Vitale Peel onderscheiden vijf fasen in de gebiedsgerichte aanpak, voorafgegaan door een gedegen voorbereiding. Onderstaande afbeelding toont deze fasen: verkenning, visievorming, planuitwerking, realisatie, beheer (inclusief monitoring).

Globale fasering van het gebiedsproces: voorbereiding, verkenning, visievorming, planuitwerking, realisering.
Globale fasering gebiedsprocessen: voorbereiding, verkenning, visievorming, planuitwerking, realisering. Klik op de afbeelding om de afbeelding te vergroten.

De voorbereidings- en verkenningsfasen van Vitale Peel zijn inmiddels afgerond. Deze gebiedsgerichte aanpak bevindt zich nu in de visievormings- en planuitwerkingsfase.

Onderstaand beeld laat de ontwikkelstappen van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel zien. Aan het daarin genoemde verrijkingsspoor is een aparte vraag in dit document gewijd. Een PDF van het schema met de ontwikkelstappen is hier te downloaden.

Tijdlijn met ontwikkelstappen voor de gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. 1. Bouwstenen koersdocument verzamelen. 2 Contouren koersdocument opstellen. 2. Samen met de omgeving koersdocument inkleuren. 4. Vaststellen koersdocument. 5. gebiedsplan Vitale Peel opstellen. 6. Gebiedsplan Vitale Peel vaststellen. 7. Maatregelen voorbereiden. 8. Maatregelen uitvoeren. 9. Maatregelen meten. 10. Maatregelen evalueren. 11. indoen nodig: bijsturen.
Globaal beeld van de ontwikkelstappen van de gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Klik op de afbeelding om de afbeelding te vergroten.

Aan een overzicht van uit te voeren activiteiten wordt gewerkt. Zodra dat gereed is, zal dat aan deze pagina worden toegevoegd.

Het verrijkingsspoor richt zich op het verkennen van nieuwe wegen en het vinden van nieuwe mogelijkheden. Zo zijn in samenspraak met (agrarisch) ondernemers rondom de Peelvenen in 2022 enkele bijeenkomsten over natuurinclusief ondernemen georganiseerd. Het idee is om gedurende de looptijd van de gebiedsgerichte aanpak met enige regelmaat excursies, lezingen en andere activiteiten te organiseren.

Een bestuurlijk overleg (BO), met vertegenwoordigers van alle voornoemde gebiedspartners, treedt op als opdrachtgever van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. Dit BO komt bijeen als er besluiten moeten worden genomen, in ieder geval vier keer per jaar. De organisatie bestaat verder uit een begeleidingsgroep, waarin eveneens alle gebiedspartners, maar dan op ambtelijk niveau, zijn vertegenwoordigd. Een onafhankelijke gebiedsmanager is de voorzitter van deze begeleidingsgroep. Vanuit de begeleidingsgroep wordt sturing gegeven aan diverse teams, die aan de slag gaan met de verschillende opgaven van Vitale Peel. Ook is er een communicatie- en participatiewerkgroep actief.

Een overzicht van wie wie is binnen de Vitale Peel kunt u hier vinden.

Gemeenten, provincies en waterschappen hanteren niet allemaal dezelfde regels. In het gebied van gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel hebben we te maken met twee provincies, twee waterschappen en zes gemeenten. Deze overheden proberen zo veel mogelijk als één overheid te werken. Mocht blijken dat het verschil in regels goede planvorming of uitvoering binnen de gebiedsgerichte aanpak belemmert dan zal dat met de gebiedspartners worden besproken. Het is uiteindelijk aan de overheden zelf om te besluiten of zij regels aanpassen of niet. Binnen NOVEX De Peel kan daarover afstemming plaatsvinden.

Voor iedereen die wil weten wat er allemaal al gebeurt in en om de Peelvenen, is er een overzichtskaart gemaakt met lopende uitvoeringsprojecten op het gebied van landschap, natuur en water. Door te klikken op een project krijgt u achtergrondinformatie en ziet u bijvoorbeeld bij wie u terecht kunt als u een vraag heeft.

Reguliere onderhoudswerkzaamheden, zoals het onderhoud van asfalt en de aanleg van glasvezel, maar ook kortlopende beheerwerkzaamheden van Staatsbosbeheer zijn op de kaart buiten beschouwing gelaten. Indien nodig wordt de kaart eens per kwartaal bijgewerkt

De gebiedspartners staan open voor ontwikkelingen die aansluiten bij de acht opgaven waar ze in en rond de Peelvenen voor staan: het versterken van (het netwerk van) natuurgebieden, het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw, het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem, het geven van een nieuwe economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening, het vergroten van de (be)leefbaarheid en het bijdragen aan stikstofreductie. Ze ondersteunen agrarisch ondernemers in hun werkgebied bij het maken van afwegingen om hun toekomst te kunnen vormgeven. Dit doet zij door zoveel mogelijk te werken vanuit de persoonlijke omstandigheden van de ondernemer(s).

In de vier Limburgse gemeenten die grenzen aan de Peelvenen is de gemeentelijke accountmanager buitengebied voor alle inwoners en ondernemers het eerste aanspreekpunt. Zij kunnen beroep doen op collega’s binnen de gemeentelijke organisatie, bij Provincie Limburg en Waterschap Limburg.

Aan de Brabantse zijde van de Peelvenen is omgevingsmanager Eddy Boudewijns het eerste aanspreekpunt. Hij wordt bijgestaan door het ondersteuningsnetwerk Plus. Dat is een netwerk van deskundigen van provincie Noord-Brabant, waterschap Aa en Maas, de gemeenten Asten en Deurne en ZLTO en diverse coaches, die al naar gelang de vraag kunnen worden ingezet. Denk daarbij aan het verkennen van mogelijkheden voor toekomstbestendige voortzetting van het agrarisch bedrijf of hoe om te schakelen, maar ook aan meer concrete vragen. Bijvoorbeeld over het beschikbaar stellen van gronden voor natuurinclusieve landbouw of initiatieven op het gebied van subirrigatie. Ook inwoners met ideeën voor het starten van een voedselbos kunnen contact opnemen. Heeft u dergelijke plannen, ondersteuning nodig of vragen die daarbij aansluiten? Neem dan contact op met Eddy Boudewijns via 06-23245878 of contactvitalepeel@ggagroenblauw.nl. Andere vragen kunt u stellen via het contactformulier of door een mail te sturen naar vitalepeel@ggagroenblauw.nl.

De grond die is aangekocht voor het grondruilfonds kan ingezet worden voor doelen die betrokken partijen in de gebiedsgerichte aanpak met elkaar hebben vastgelegd. Het gaat dan om klimaat, water, natuur en transitie van de agrarische sector. Zo kan de grond onder andere worden verkocht of geruild met een agrariër die wil extensiveren of natuurinclusief worden. Maar ook agrariërs die hun huidige bedrijfsvoering willen voortzetten op kavels verder van een natuurgebied. 

Met het grondruilfonds kan grond gekocht of geruild worden van agrariërs die willen stoppen of verplaatsen. Deze kan vervolgens, vaak via kavelruil, aangeboden worden aan anderen die invulling willen geven aan de ambities in een gebied. Denk aan agrariërs die willen extensiveren of natuurinclusief worden. Op deze manier kunnen de maatschappelijke opgaven in het gebied gerealiseerd worden.

Lees hier meer over het grondruilfonds Peelvenen.

De naam zegt het al: grondRUILfonds. De gronden waar het om gaat liggen in of rondom de Peelvenen. Dit komt voort uit de beschikbaarheid. In principe is dit Brabantse grond. Echter kan het natuurlijk voorkomen dat een ondernemer aan beide kanten van de provinciegrens gronden in bezit heeft en alleen 'alles in een koop' wil verkopen. Dan is dat zeker bespreekbaar en mogelijk binnen het fonds.

Grond hebben is geen doel op zich. Het hebben van ruilgronden helpt wel in de grondmobiliteit van het gebied. De bedoeling van de gronden in het fonds is dat deze – veelal via kavelruil – wisselen van eigenaar en daarmee mogelijk om een herbestemming vragen. Zo lang grond in het fonds zit, blijft de bestemming van de grond gelijk. Pas wanneer de grond van eigenaar verandert, kan ook de bestemming wijzigen. Grond in het fonds kan ook verpacht worden, in eerste plaats aan direct belanghebbenden in de gebieden en passend bij de richting of doelen die de betrokken partijen in de gebiedsgerichte aanpak uitwerken.

Melkveehouders in het gebied Peelvenen hebben aangegeven geholpen te willen worden met structuurversterking in het gebied. Bovendien zijn de partijen in het gebied al actief bezig met de gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel. En tot slot is hier ook al een grondverwerverscollectief actief, waardoor snel doorgepakt kan worden naar het verwerven van gronden. Gekozen is om het grondruilfonds in eerste instantie als pilot te starten, zodat hiermee eerst ervaring wordt opgedaan. Wanneer de pilot succesvol is, kan het grondruilfonds opgeschaald of gekopieerd worden naar andere gebieden in Brabant.

Partijen die gronden willen verkopen, kunnen terecht bij Stefan Haaij, coördinator grondverwerving, via shaaij@brabant.nl.

Het grondruilfonds heeft een doorlooptijd van ongeveer 10 jaar. Deze termijn is nodig om zowel de ambities als de uitvoering mogelijk te maken. Het huidige gebruik moet vaak in een bepaalde termijn gestaakt of omgezet worden. Soms moet pacht beëindigd of juist opgezet worden. Hierdoor heb je te maken met pachtwetgeving en teeltseizoenen.
Mocht de pilot bij de eerste evaluaties succesvol zijn, dan kan er in de loop van de komende jaren een verbreding naar andere gebieden plaatsvinden.

Natuurlijk kunnen boeren of anderen ook onderling grond ruilen of kopen. Dat gebeurt ook. Ook tussen boer en waterschap of een gemeente die gronden bezit. Binnen het gebiedsproces wordt ook gekeken of gebiedsdoelen behaald kunnen worden door grondmobiliteit vanuit de gronden die in bezit zijn van alle gebiedspartners, waaronder provincie, waterschap en gemeenten. De waarde van dit grondfonds zit in het principe dat het helpt om de gebiedsdoelen te realiseren. Omdat de beschikbare hoeveelheid grond binnen een gebied groter is en bereikbaar. Bovendien kunnen door de regierol met het grondfonds waardevolle agrarische locaties voor de landbouw beschikbaar blijven, terwijl hiervoor niet direct gegadigden zijn.

We verwachten geen prijsopdrijvend effect. Dit omdat de provincie Noord-Brabant niet ineens de hele grondmarkt kan of gaat kopen. Ook het grondruilfonds koopt marktconform (via taxaties) en doet dit ook bij verkoop of verpachting. Daarbij heeft dit fonds een capaciteit van maximaal 100 ha.

Een eventuele landelijke grondbank is een aanvulling op de vele grondbanken in Nederland en dus ook in Brabant. Hiermee komt er meer financiële slagkracht bij dit soort opgaven. Doordat de provincie ook eventueel bij de landelijke grondbank bepaalt waar middelen ingezet worden, heeft het geen concurrerende eigenschappen.

Het grondruilfonds is een aanvulling op al bestaande instrumenten, fondsen of banken. Elk van deze fondsen of banken heeft een eigen primair doel en eigen financieringslijn. In de uitvoering kunnen deze doelen elkaar raken of versterken. Dat vraagt dus om samenwerking, waardoor er veel slagkracht is.

De provincie Noord-Brabant financiert zelf het fonds vanuit haar ontwikkelbedrijf. De invulling en de organisatie van het fonds zal, in samenwerking mat gebiedspartners, ook door de provincie zelf gedaan worden.

 

Contact

Neemt u voor vragen, opmerkingen, tips of ideeën gerust contact op.

Contact opnemen ›

 

 
Cookie-instellingen