Landgoed Nieuwkerk: samen werken aan een toekomstbestendig landschap


Aan de zuidkant van Goirle, op steenworp afstand van de Belgische grens, ligt Landgoed Nieuwkerk. Dit historische landgoed grenst direct aan het Natura 2000-gebied Regte Heide en vormt een karakteristieke overgangszone tussen natuur, landbouw en bebouwing. Het bestaat uit uitgestrekte bospercelen, weilanden en het beekdal van De Leye, waar tal van vogels, amfibieën, reeën en fazanten hun leefgebied vinden. Eigenaar baron Eric de Jamblinne de Meux vertelt over de geschiedenis van het landgoed, de veranderingen door de eeuwen heen en zijn visie op het toekomstbestendig beheer.

Een landgoed met een lange geschiedenis

De geschiedenis van Landgoed Nieuwkerk gaat ver terug. Al in de 13e eeuw had de Abdij van Tongerlo hier een hoeve. De naam Nieuwkerk betekent ‘de nieuwe kerk van de Tilburgers’ en verwijst naar de grenskerk die hier ooit stond. Sinds 1859 is het landgoed in het bezit van zijn familie, vertelt de baron. Het landschap is gevormd op de Brabantse zandgronden: van oorsprong arm, droog en moeilijk te bewerken. “Het was hier heide, stuifzand en natte beemden,” vertelt de baron. Door de eeuwen heen veranderde het landschap door menselijk gebruik. De gronden werden ontgonnen en gecultiveerd. “Tussen de Poppelsche Loop en de Poppelsche Leij ontstonden boerderijen, akkers en bossen.” Boeren gebruikten heideplaggen en bosstrooisel in de stal om mest te maken. Zo ontstond de Oost-Brabantse potstal, een systeem waarin de mestlaag geleidelijk groeide en later over de akkers werd verspreid. “Zonder die potstallen was dit land nooit bewerkbaar geweest.” Tegenwoordig is het plaggen van heide een natuurbeheersmaatregel om de bodem te verschralen, grasgroei tegen te gaan en de biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied) te behouden zodat de heide weer kan terugkeren. Ook werden bossen aangeplant op verhoogde ribbels, zogenaamde rabatten, om natte grond te ontwateren. Deze oude bosstructuren zijn nog steeds te zien. Zo groeide het landschap uit tot een mozaïek van bos, akkers en weilanden: een typisch Brabants cultuurlandschap. Later werd het landgoed verrijkt met lanen, vijvers en parken. De baron wijst vanuit zijn terreinwagen op de oude lanenstructuur die nog steeds zichtbaar is. “Mijn overgrootvader legde bossen aan en bracht structuur in het landschap. Dat was de basis voor wat nu nog steeds een levend landgoed is.”

Het landgoed aanpassen aan het klimaat

Vandaag de dag staat Landgoed Nieuwkerk voor een nieuwe uitdaging. “Waar men voorheen het landschap cultiveerde, proberen wij het nu weerbaarder te maken tegen droogte en hevige neerslag.” De zomers worden droger en warmer, terwijl er in korte tijd juist meer regen kan vallen. “Soorten die vroeger goed groeiden, zoals beuken, krijgen het moeilijk. Daarom planten we ook zuidelijke soorten die beter tegen hitte kunnen.” Om het bos zo gezond en toekomstbestendig mogelijk te houden, wordt ook een andere maatregel toegepast: het dunnen van het bos. Daarbij worden sommige bomen verwijderd zodat andere, de zogenoemde toekomstbomen, meer ruimte krijgen om te groeien. Zo blijft het bos gezond en gevarieerd. Daarnaast wordt gewerkt aan waterberging en het vasthouden van water in natte perioden. Bijvoorbeeld op de golfbaan, die in de jaren ’80 werd aangelegd en onlangs opnieuw is ingericht. “De golfbaan is belangrijk voor de recreatie en het inkomen van het landgoed,” vertelt de baron. “Maar we wilden hem ook duurzamer maken.” Samen met de provincie en het waterschap werd het waterbeheer verbeterd. Er kwam een nieuw systeem om water op te slaan en te gebruiken voor beregening. “Grondwater is te koud en bevat te weinig zuurstof,” legt hij uit. “We pompen het water nu langzaam omhoog en slaan het bovengronds op. Daar warmt het op en krijgt het zuurstof, voordat we het gebruiken voor de beregening van het gras.” Ook de afwatering werd aangepast. “Regenwater stroomt nu eerst door een rietzone, waar het wordt gezuiverd en vertraagd wordt afgevoerd naar de beek. Zo wordt het grondwater minder belast en blijft het water langer in het gebied.” Het resultaat is een groenere en klimaatbestendige golfbaan.

Samenwerken

Bij dit werk krijgt de baron ondersteuning van de Bosgroep Zuid Nederland. “De Bosgroep helpt particuliere eigenaren met kennis over natuur en bosbeheer,” vertelt hij. “Ze adviseren over welke bomen passen bij de bodem, helpen bij aanplant en zorgen dat we de juiste subsidies kunnen aanvragen.” De baron was zelfs een tijd voorzitter van de Bosgroep. “We hebben een brug geslagen tussen particuliere eigenaren en de overheid. Samenwerking en kennisdeling zijn echt de sleutel tot goed beheer. Zo werken we ook samen in de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak.” Hierin werken overheden, boeren, terreinbeheerders en organisaties samen om bodem, water en natuur te verbeteren. “De kracht van deze aanpak is dat iedereen meedoet,” zegt de baron. “Iedereen heeft hetzelfde doel: een landschap dat gezond is voor mens én natuur.” Volgens hem is het belangrijk dat beleid goed onderbouwd is en rekening houdt met bestaande wetten voor landgoedbeheer, zoals de Natuurschoonwet.

Een realistische kijk op natuurbeheer

De baron pleit voor een realistische kijk op natuurbeheer. “Laat de natuur niet op slot, maar geef ruimte aan samenwerking. Ecologische rijkdom ontstaat juist door variatie: bos, open veld, water en menselijke activiteit. We moeten de mens niet vergeten in het verhaal van de natuur.” De belangen van natuur, landbouw en landgoed zijn volgens hem niet tegengesteld. “We delen één belang: zorgen dat dit gebied toekomst heeft. En dat kunnen we alleen samen doen: overheid, boeren, natuurbeheerders en landgoedeigenaren.” Met een glimlach besluit hij: “We moeten niet bang zijn voor verandering, maar met gezond verstand werken aan een levend landschap. Dat is uiteindelijk de mooiste erfenis die je kunt achterlaten.”


Meer weten over de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak

Wil je meer weten of heb je vragen, ideeën of tips? Wij horen het graag. Neem gerust contact op.