Kempenland-West en omgeving

Het heide- en vennengebied van Natura 2000-gebied Kempenland-West bestaat uit enkele enigszins verspreid liggende delen: in het westen de Roovertsche Heide, meer naar het oosten de Mispeleindsche Heide en Neterselsche Heide, dan de Landschotsche Heide, en ten slotte nog verder naar het oosten tussen Vessem en Wintelre, het Grootmeer. In het zuiden ligt het gebied Bovenlopen Beerze waarvoor een aparte gebiedsgerichte aanpak is opgezet.

Tussen deze heideterreinen stromen de meanderende lopen van de laaglandbeken Reusel, Groote Beerze en Kleine Beerze. De Roovertsche Heide, oorspronkelijk een groot heidegebied dat in de 20ste eeuw met naaldhout is bebost, omvat hier de Roovertsche Leij met beekbegeleidend bos en het ven Papschot. De Mispeleindsche Heide en Neterselsche Heide zijn droge en vochtige heiderestanten met grote vennen (De Flaes, Het Goor) en kleine (zure) vennen van de voorheen uitgestrekte en kenmerkende Kempische heiden. De Neterselsche Heide omvat het gebied Grijze Steen met snavelbiesbegroeiingen en broekbossen. De Landschotse Heide bestaat uit overgangen van droge en vochtige heiden met hierin enkele heidevennen, Keijenhurk, Kromven, Wit Hollandven en Berkven.

Het Groot en Klein Meer zijn voormalige heidevennen te midden van een groot bosgebied waarin een waterwinning is gelegen. Het Groot Meer wordt onder andere gevoed door spoelwater van de winlocatie.

De opgaven in en om Kempenland-West

Versnellen en intensiveren van het natuurherstel Natura 2000-gebied;
Creëren van ruimte voor de inliggende beken (Beerze, Reusel) zodat deze op een natuurlijke manier stromen;
Opheffen van de verdroging;
Verbeteren van de waterkwaliteit en behalen van de KaderRichtlijnWater-doelen;
Afronden NatuurNetwerk Brabant;
In de schil verenigen van de verschillende functies zoals water, natuur, landbouw, energietransitie, wonen, werken, infrastructuur en recreëren;
Perspectief voor de blijvende boeren in de overgangszones om te kunnen blijven boeren, in evenwicht met de omgeving.